Tussen universaliteit en bijzonderheid
Het masker wordt gedefinieerd als « een vals gezicht waarmee men zijn gelaat bedekt om zich te vermommen ». Etymologisch zou het begrip masca zijn afgeleid van de oude Italiaanse talen en zou « onooglijk en kwaadaardig wezen » betekenen. Ook zou het woord kunnen afstammen van het Arabische woord maskhara (mashara) dat « vervalsen » of « metamorferen » betekent. Het gebruik van maschera in het Italiaans, mask in het Engels en masque in het Frans laat vermoeden dat al die begrippen dezelfde oorsprong hebben. In strikte zin duidt het woord een voorwerp aan dat men voor het gezicht of op het hoofd plaatst of dat het hoofd volledig omsluit en het uiterlijk van de drager verandert.
Het masker wordt echter niet geïsoleerd gebruikt. Het kan niet worden benaderd zonder zijn kostuum, zijn accessoires, de muziek en de dansen die het begeleiden of andere elementen die het uiterlijk veranderen (grime, tatoo’s, scarificaties, sieraden).
De eerste getuigenissen (afbeeldingen) van maskerpraktijken gaan misschien terug naar de prehistorie. De prehistorische grotschilderingen en mobiele kunst, met name die van Europa en Afrika, wijzen inderdaad erop dat theriomorfe (half mens half dier) personages sinds duizenden jaren aanwezig zijn. Als men deze verre tijden benadert zou men echter voorzichtig te werk moeten gaan. Het is onmogelijk om de (praktische of symbolische) functies van deze « maskers » of deze afbeeldingen te kennen. Hoewel het moeilijk is om naar de oorsprongen van de maskerpraktijken terug te gaan, kan worden opgemerkt dat ze overal in de wereld een lange geschiedenis hebben. Ze zijn op de dag van vandaag behouden gebleven, hebben in de loop der tijd veranderd en zich aangepast, zowel in de landelijke context als in de verstedelijkte en industriële gebieden.
Het masker is een ambigu voorwerp. Het is universeel want het sinds jaarduizenden in de hele wereld wordt aangetroffen. Het kan nochtans alleen in zijn lokale context worden begrepen. Wanneer men spreekt over maskers beweegt men zich voortdurend tussen universaliteit en bijzonderheid. Het masker als hulpmiddel om te metamorferen verandert zijn drager maar ook de toeschouwers (of het publiek) en zelfs de omgeving. Het is een bemiddelaar die effectief wordt door de banden die het opbouwt. Maskerpraktijken bieden inderdaad een kader waarin de relaties van de mensen ten opzichte van de omgeving, de andere, de dood, het geslacht, de hierarchie enzovoort worden genegotieerd en bekrachtigd. Deze relaties nemen op hun beurt actief deel aan de opbouw van diverse identiteiten : natuurlijk etnische, regionale en nationale, maar onder andere ook religieuze, seksuele en generationele identiteiten. Het Museum probeert al deze gezichten van het masker aan de hand van zijn collecties en expo’s te tonen.